De verduurzamingsopgave in de gebouwde omgeving is weerbarstiger en complexer dan eerder gedacht, dit blijkt uit een recent gestuurde Kamerbrief van minister Ollongren. De verduurzamingsopgave vraagt dus om een andere aanpak.
Uit de reflectie op ‘één jaar Klimaatakkoord Gebouwde omgeving‘ uitgevoerd door Maarten van Poelgeest, Voorzitter van het uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving, wordt deze aanpak verder ingekleurd. Belangrijke conclusies uit de reflectie zijn:

·       geef meer aandacht aan het potentieel van isolatie en hybride warmteoplossingen,

·       maak duidelijk wat bedoeld wordt met het uitgangspunt van woonlastenneutraliteit en

·       voor wie en ook voor welke situaties dat uitgangspunt geldt en

·       versterk de uitvoeringskracht.

Daarbij is het van belang dat de focus bij gemeenten in de transitievisies warmte en uitvoeringsplannen niet exclusief ligt op het in één keer de stap maken naar een aardgasvrije wijk. Dat wordt niet altijd haalbaar geacht en niet altijd als nodig gezien gelet op de termijn die we hebben om de transitie vorm te geven.
Er wordt ook veel potentieel gezien in een stapsgewijze aanpak met isolatie en hybride richting aardgasvrij. In het Klimaatakkoord is deze route ook al aangegeven, maar uit de reflectie blijkt dat deze nog onvoldoende wordt benut.

De ‘hybride aanpak’ van de voorzitter van het Uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving, wordt breed ondersteund door De Nederlandse Verwarmingsindustrie. De hybride-warmtepomp is hierin een belangrijke schakel. Het aardgasverbruik wordt hierdoor met gemiddeld 70% verminderd, zonder grootschalige bouwkundige ingrepen en zonder aanpassing/verzwaring van de energie infrastructuur. Wanneer er voldoende groen gas beschikbaar is, zal de hybride warmtepomp rond medio 2030 op 100% groen gas en elektriciteit kunnen functioneren.

Lees hier de Kamerbrief die minister Ollongren aan de Kamer verstuurde.