Aan het roer van de Nederlandse Verwarmingsindustrie staat een nieuwe kapitein; Anne-Jaap Deinum is sinds 1 januari 2021 de nieuwe branchedirecteur. Hij vertelt over het belang van isoleren, hybride verwarmingstoestellen en de inzet van ons huidige gasnet. Deinum komt van techbedrijf FME, dus techniek is hem niet vreemd. “Ik heb mijn hart verpand aan de technologische industrie en ik vind het ontzettend mooi om in mijn nieuwe rol bij te dragen aan het realiseren van de klimaatdoelen. Want dat is een hele grote maatschappelijke uitdaging.”

3-stappenplan

De nieuwe branchedirecteur heeft daarom plannen genoeg. “Een groot deel van de klimaatdoelen valt te behalen in het duurzaam verwarmen van huizen. Daarom is het 3-stappenplan geïntroduceerd dat ik graag onder de aandacht breng.” Het plan geeft volgens Deinum de meest realistische vorm van de warmtetransitie weer. Hij legt het daarom nog eens uit. “Stap 1 is het isoleren van bestaande woningen en aanvullend  daarop  energiebesparende maatregelen stimuleren én installeren. Zoals het monteren van thermostatische radiatorkranen, plaatsen van een automatische ontluchter, plaatsen van douchewater warmteterugwinning en het vakkundig inregelen en onderhouden van de installatie.” Stap

2 is de overstap naar een hybride verwarmingssysteem die alleen tijdens piekmomenten gebruik maakt van gas. “Die overgang van gas naar hybride moet geleidelijk gaan, bijvoorbeeld als de huidige ketel vervangen moet worden. Maar dan is het wel zaak dat de overheid dat stimuleert.”

Rendementseis

Een rendementseis voor verwarmingsoplossingen zou volgens Deinum ook een goed idee zijn. “Met duidelijke doelen voor 2025, 2030, et cetera. In een ritme dat past bij de levenscyclus van een verwarmingsoplossing. Je kunt het vergelijkingen met de Europese doelstellingen voor uitlaatgassen. Daar worden de regels ook geleidelijk aangescherpt. Je legt dus geen straf op, maar stimuleert de woningeigenaar met behulp van subsidie om bijvoorbeeld een hybride verwarmingssysteem aan te schaffen. Dat subsidiëren gebeurt nu nog heel beperkt. Zonde. Want zodra de vraag naar hybride verwarmingstoestellen toeneemt, wordt ook de industrie uitgedaagd om te innoveren.”
“Bij bestaande bouw moet je naar andere oplossingen kijken én gebruik maken van wat we al hebben.”
De laatste stap uit het plan is het aardgasverbruik reduceren en het gebruik van waterstof en groen gas stimuleren. “Dat sluit ook mooi aan op stap 2 want het hybride verwarmingssysteem kan daar prima op draaien. In de nieuwbouw is de warmtevraag relatief klein omdat die huizen dusdanig goed geïsoleerd zijn. Maar bij de bestaande bouw is dat niet het geval. Daar moet je naar andere oplossingen kijken én gebruik maken van wat we al hebben. We hebben namelijk al een heel mooi fijnmazig netwerk voor aardgas liggen dat  redelijk eenvoudig geschikt gemaakt kan worden voor waterstof en groen gas. Groen gas wordt opgewekt door vergisting en wordt al op commerciële schaal ingezet. Maar er liggen ook kansen voor thermische vergassing en superkritische vergassing. Daar is echter nog veel innovatie en wetgeving voor nodig.”

Koploper

Deinum ziet meer uitdagingen. “Er moet bijvoorbeeld goed gekeken worden naar hoe we beter gebruik kunnen maken van het elektriciteitsnet en dit daar waar nodig versterken. En dan is er het warmtenet. Maar daarvoor moet de straat open. Dat is een enorme ingreep.” Ondanks de flinke taak heeft hij het volste vertrouwen in de toekomst van de Nederlandse Verwarmingsindustrie. “Ik werk met een mooi team waarmee ik ook een bijdrage wil leveren aan de veiligheid, de normen en regelgeving binnen onze branche. In Nederland staan we er bovendien uitstekend voor. We hebben een mooie infrastructuur en alles in huis wat nodig is om koploper te blijven op dit onderwerp. Dus ik ben heel positief gestemd. Ik heb er heel veel zin in.”

Dit artikel is gepubliceerd op 01-02-2021 in Warmte365; bekijk hier de online versie.